Fund Center | Capital Group

Capital Group Sustainable Global Balanced Fund (LUX)

Beleggen in de synergie van duurzaamheid en mogelijkheden

Analyst-Driven %

Data Coverage %

© 2024 Morningstar. Alle rechten voorbehouden. 

Fonds

Fund Selector

    Aandelencategorie

    Share Class Selector

      Valuta

      Currency Selector

         

        Uw selectie is gewijzigd, klik op "GO" om te vernieuwen.

        Een ogenblik geduld. De pagina wordt opnieuw geladen...

        Overzicht

        Resultaten

        De informatie met betrekking tot de index is louter voor de context en puur ter illustratie. Het fonds is een actief beheerde UCITS. Het wordt niet beheerd onder verwijzing naar een benchmark.

        Resultaten uit het verleden zijn niet indicatief voor de toekomst.

        Koersen & Uitkeringen

        Portfolio

        cgsgblu

        Risico-aspecten

        Risicofactoren waarmee u rekening dient te houden voordat u gaat beleggen:

        • Dit materiaal is niet bedoeld om beleggingsadvies te verstrekken of om te worden opgevat als persoonlijke aanbeveling.
        • De waarde van beleggingen kan zowel stijgen als dalen en het is mogelijk dat u uw inleg geheel of gedeeltelijk kwijtraakt.
        • Als de valuta van het fonds waarin u belegt in waarde stijgt ten opzichte van de valuta waarin de onderliggende beleggingen van het fonds zijn genoteerd, daalt de waarde van uw belegging. Met valutahedging wordt geprobeerd dit te beperken, maar er is geen garantie dat hedging volledig succesvol is.
        • Voor sommige fondsen kan voor beleggingsdoeleinden, voor hedgingdoeleinden en/of ten behoeve van efficiënt portefeuillebeheer worden belegd in financiële derivaten.
        • Daarnaast zijn er aan dit fonds obligatie-, tegenpartij-, derivaten-, opkomende-markt-, aandelen-, liquiditeits-, operationele en duurzaamheidsrisico's verbonden.

        Aan het Fonds verbonden risico's

        Obligatierisico: De waarde van obligaties kan veranderen als gevolg van veranderingen in de rentestand - meestal dalen obligaties in waarde wanneer de rente stijgt. Fondsen die beleggen in obligaties staan bloot aan kredietrisico. Wanneer de financiële gezondheid van een issuer verslechtert, kunnen de obligaties van die issuer minder waard of waardeloos worden.

        Tegenpartijrisico: Andere financiële instellingen verschaffen diensten aan het fonds, zoals bewaarneming van beleggingen, of kunnen optreden als tegenpartij voor financiële contracten in onder meer derivaten. Er is een risico dat de tegenpartij zijn verplichtingen niet nakomt.

        Derivatenrisico: Derivaten zijn financiële instrumenten waarvan de waarde afhankelijk is van die van onderliggende activa en die kunnen worden gebruikt om bestaande posities af te dekken of om een economische positie op te bouwen. Een derivaat ontwikkelt zich mogelijk anders dan verwacht, kan verliezen opleveren die groter zijn dan de kosten van het derivaat en kan resulteren in verliezen voor het fonds. 

        Risico van opkomende markten: Beleggingen in opkomende markten zijn over het algemeen gevoeliger voor risicogebeurtenissen zoals een verandering in de economische, politieke, fiscale of juridische omstandigheden.

        Aandelenrisico: De koers van aandelen kan dalen in reactie op bepaalde gebeurtenissen, waaronder gebeurtenissen die direct betrekking hebben op de ondernemingen waarin het fonds aandelen bezit, algemene marktveranderingen, lokale, regionale of wereldwijde politieke, maatschappelijke of economische instabiliteit en valutaschommelingen.

        Liquiditeitsrisico: Bij gespannen marktomstandigheden is het mogelijk dat bepaalde effecten die worden aangehouden door het fonds niet voor de volledige waarde kunnen worden verkocht of helemaal niet kunnen worden verkocht. Het is mogelijk dat het fonds hierdoor de inkoop van haar aandelen moet uitstellen of opschorten, wat betekent dat beleggers mogelijk niet direct toegang hebben tot hun belegging.

        Operationeel risico: Het risico van een potentieel verlies als gevolg van onvoldoende of falende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen.

        Duurzaamheidsrisico: Een milieu-, maatschappij- of governance-gerelateerde gebeurtenis of omstandigheid die, wanneer deze zich voordoet, een daadwerkelijke of potentiële materiële negatieve impact kan hebben op de waarde van een belegging van het fonds.

        Middelen

        Fund Center | Capital Group

        Informatieverschaffing over duurzaamheid

        Verklaring over de belangrijkste ongunstige effecten (principal adverse impacts, of PAI's) van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren

        De informatieverschaffing over duurzaamheid dient voor zover nodig van tijd tot tijd te worden bijgewerkt om wijzigingen of herzieningen weer te geven. De termen met een hoofdletter worden gebruikt volgens de definities en verwijzingen die worden aangegeven in het prospectus van Capital International Fund.

        De onderstaande “Samenvatting” is opgesteld in het Engels en wordt vertaald in de andere officiële talen van de Europese Economische Ruimte. Bij inconsistenties of tegenstrijdigheden tussen de verschillende versies van dit gedeelte “Samenvatting”, prevaleert de Engelstalige versie.

        Datum

        Deze informatie is geldig per 27 februari 2024.

        Samenvatting

        Het fonds promoot ecologische en sociale kenmerken via het beleggingsproces van de Beleggingsadviseur, dat beoordeelt of issuers in aanmerking komen voor belegging en een Negatief Screeningbeleid toepast. Het Fonds heeft weliswaar niet het doen van duurzame beleggingen als hoofddoelstelling, maar zal wel duurzame beleggingen doen.

        Het Fonds belegt in ondernemingen waarvan de producten en diensten voor het grootste deel in overeenstemming zijn met, of bezig zijn met een transitie naar meer overeenstemming met, één of meerdere duurzame beleggingsthema's die zich concentreren op mondiale sociale en ecologische uitdagingen die zijn vastgesteld door de Beleggingsadviseur. Deze thema's sluiten aan bij de Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de Verenigde Naties.

        Om te bepalen welke ondernemingen voor belegging in aanmerking komen, voert de Beleggingsadviseur een beoordeling uit waarvoor gebruik wordt gemaakt van eigen bottom-up-research die wordt uitgevoerd door de beleggings- en ESG-teams van de Beleggingsadviseur. Deze beoordeling of ondernemingen voor belegging in aanmerking komen wordt ondersteund door de “Kenmerken” die de Beleggingsadviseur op sectorniveau heeft vastgesteld (waarmee wordt bepaald of producten en diensten bijdragen aan de SDG’s) en “Standaarden” (waarmee de beheersing van belangrijke ESG-risico’s en goed bestuur worden beoordeeld). Het Fonds belegt in ‘Conforme’ ondernemingen, waarvan op dit moment ten minste de helft van de activiteiten conform is, evenals in ondernemingen ’In transitie’ die volgens de Beleggingsadviseur actief bezig zijn met de transitie van hun activiteiten naar meer positieve conformiteit met de duurzame beleggingsthema's zoals vastgesteld door Beleggingsadviseur en met de SDG’s, en waarvoor op korte tot middellange termijn een materiële verandering wordt verwacht.

        Bovendien past de Beleggingsadviseur op ESG-criteria en normen gebaseerde uitsluitingen toe voor het implementeren van een Negatief Screeningbeleid voor de beleggingen van het Fonds op het moment van aankoop.

        Voor overheidsissuers beoordeelt de Beleggingsadviseur of deze in aanmerking komen voor belegging door gebruik te maken van het eigen ESG-raamwerk voor overheden, dat een reeks ESG-indicatoren omvat waarmee kan worden beoordeeld hoe goed een land het ESG-risico beheerst. De Beleggingsadviseur gebruikt een eigen ESG-raamwerk voor overheden om de ESG- en governance-score van overheden te vergelijken met vooraf bepaalde drempelwaarden. Bovendien worden overheden die niet voldoen aan bepaalde criteria met betrekking tot mensenrechten uitgesloten uit het in aanmerking komende universum van het Fonds.

        Capital Group heeft een verzameling criteria ontwikkeld om te beoordelen of een onderneming ernstige afbreuk doet teneinde te bepalen of de belegging kwalificeert als een duurzame belegging. Het Fonds neemt de verplichte PAI's die staan vermeld in Tabel 1 van Bijlage I van  Gedelegeerde Verordening van de Commissie (EU) Nr. 2022/1288 in aanmerking voor beleggingen in ondernemingen, evenals andere ESG-risico’s en controverses die de Beleggingsadviseur beschouwt als potentieel materieel, zoals uiteengezet in de hierboven beschreven Standaarden op sectorniveau, zoals gegevensbescherming of censuurkwesties. 

        Bij het beoordelen van praktijken voor goed bestuur, houdt de Beleggingsadviseur ten minste rekening met kwesties die de Beleggingsadviseur relevant acht voor de vier voorgeschreven pijlers voor goed bestuur (dat wil zeggen gedegen managementstructuren, personeelsrelaties, beloning van medewerkers en naleving van belastingwetgeving).

        Ten minste 90% van de beleggingen van het fonds wordt gebruikt om de ecologische of sociale kenmerken die het Fonds promoot te realiseren (nr.1 conform E/S-kenmerken). Het Fonds belegt tenminste 40% in de subcategorie “nr. 1A Duurzaam”, en maximaal 60% in categorie "nr. 1B Overige E/S-kenmerken”. Maximaal 10% van de beleggingen van het Fonds, inclusief beleggingen die niet conform zijn met de E/S-kenmerken die worden gepromoot en/of derivaten bevinden zich in categorie “nr.2 Overig”.

        Kasmiddelen en equivalenten worden niet meegerekend bij het bepalen van het hiervoor genoemde percentage beleggingen. Deze kunnen worden aangehouden voor liquiditeitsdoeleinden.

        Het fonds gebruikt verschillende gegevensbronnen, waaronder, maar niet uitsluitend, MSCI ESG Business Involvement Screening Research (“MSCI ESG”) en het MSCI-overzicht van ondernemingen die het global Compact van de Verenigde Naties schenden. Deze gegevens dekken mogelijk niet het volledige universum van activiteiten van een issuer, kunnen plotseling veranderen, kunnen tekortkomingen hebben of kunnen onjuist, onvolledig of achterhaald zijn, waardoor het mogelijk is dat het Fonds belegt in een issuer waarvan een belegger mag verwachten dat deze wordt uitgesloten. Capital Group voert continue due diligence uit met betrekking tot externe gegevensbronnen en streeft ernaar te waarborgen dat gegevens uit externe bronnen betrouwbaar zijn. Wanneer de Beleggingsadviseur van mening is dat de informatie die afkomstig is van en/of het oordeel van externe dienstverleners niet volledig of onjuist is, behoudt de Beleggingsadviseur zich het recht voor om zelf te beoordelen bij welke relevante activiteiten de onderneming betrokken is.

        Leden van het compliance-, risicobeheer- en interne auditteam van Capital Group voeren periodieke beoordelingen uit van de opzet en operationele effectiviteit van de activiteiten en de belangrijkste controlemechanismen van de onderneming. Dit omvat onder meer de naleving van interne processen en procedures, evenals de regelgeving in de landen waar de onderneming actief is.

        Het aangaan van een engagement met ondernemingen is een integraal onderdeel van de beleggingsdienstverlening voor klanten die de Beleggingsadviseur levert. Wanneer de beleggingsteams van Capital Group een kwestie vaststellen die van wezenlijk belang is voor de waarde op lange termijn van een onderneming of als ze zich zorgen maken over de ESG-performance ten opzichte van andere ondernemingen, gaan beleggingsprofessionals en governanceteams van Capital Group in gesprek met het management. 

        Het Fonds heeft geen referentie-index geselecteerd voor het bereiken van de ecologische en/of sociale kenmerken die het Fonds promoot.

        Geen duurzame beleggingsdoelstelling

        Dit Fonds streeft naar het leveren van een positieve bijdrage aan ecologische en sociale kenmerken maar duurzaam beleggen is geen beleggingsdoelstelling voor dit Fonds.

        Hoe is er rekening gehouden met de indicatoren voor ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren?

        Zoals hierboven genoemd, houdt de Beleggingsadviseur rekening met alle verplichte PAI's.

        De Beleggingsadviseur houdt binnen het Negatieve Screeningbeleid rekening met verschillende PAI’s. Het Negatieve Screeningbeleid gaat met name in op PAI 4 met betrekking tot belangen in ondernemingen die actief zijn in de sector fossiele brandstof, PAI 10 met betrekking tot schendingen van het Global Compact van de Verenigde Naties en PAI 14 met betrekking tot controversiële wapens.

        Naast het negatieve screeningproces geldt met betrekking tot de resterende verplichte PAI's dat:

        1. wanneer de Beleggingsadviseur van mening is dat er voldoende en betrouwbare kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn voor het hele beleggingsuniversum (voor PAI 1, 2, 3, 6 en 13), de Beleggingsadviseur gebruik maakt van gegevens van uit externe bronnen en voorgeschreven drempelniveaus om te bepalen of het ongunstige effect dat is verbonden aan de activiteiten van de onderneming potentieel significant is gegeven de rangorde van de onderneming (voor het specifieke ongunstige effect) ten opzichte van het beleggingsuniversum als geheel en/of de peer group;
        2. of wanneer er onvoldoende gegevens of onvoldoende gegevens van goede kwaliteit beschikbaar zijn voor het gehele beleggingsuniversum om een kwantitatieve analyse mogelijk te maken (voor PAI 5, 7, 8, 9, 11 en 12), de Beleggingsadviseur de ernstige afbreuk op kwalitatieve basis beoordeelt, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een plaatsvervangende maatstaf.  De Beleggingsadviseur maakt bij zijn beoordeling ook een algehele kwalitatieve beoordeling van de wijze waarop ESG-risico's worden beheerst.
           

        Wanneer de gegevens van externe dataleveranciers of de kwalitatieve beoordeling van de Beleggingsadviseur erop wijzen dat een onderneming potentieel ernstige afbreuk doet op basis van een PAI-drempel, zal de Beleggingsadviseur extra due diligence uitvoeren om meer inzicht te krijgen in en een beoordeling te maken van de negatieve effecten waarop de externe of eigen gegevens wijzen. Als de Beleggingsadviseur concludeert dat de onderneming volgens zijn analyse geen ernstige afbreuk doet, kan de belegging voortgang vinden en zal de beweegreden voor die beslissing worden gedocumenteerd. De Beleggingsadviseur kan bijvoorbeeld concluderen dat een onderneming geen ernstige afbreuk doet als (i) de Beleggingsadviseur redenen heeft om aan te nemen dat de gegevens van de externe partij onjuist zijn en uit de eigen research van de Beleggingsadviseur blijkt dat de onderneming geen ernstige afbreuk doet, of (ii) de onderneming stappen neemt om die afbreuk te beperken of te herstellen door het toepassen van tijdsgebonden doelstellingen en er duidelijke tekenen zijn die wijzen op verbetering en positieve verandering.

        Hoe worden de duurzame beleggingen afgestemd op de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de  UN Guiding Principles on Business and Human Rights? Details:

        Duurzame beleggingen worden als volgt afgestemd op de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights: De Beleggingsadviseur beoordeelt ondernemingen die betrokken zijn bij significante ESG controverses, met de nadruk op mogelijke schendingen van bestaande mondiale standaarden, waaronder de richtlijnen van het Global Compact van de Verenigde Naties en de OESO. In overeenstemming met het Negatieve Screeningbeleid dat voor het Fonds wordt toegepast, sluit de Beleggingsadviseur ondernemingen uit die de principes van het Global Compact schenden. Hoewel andere incidenten niet automatisch leiden tot uitsluiting uit het Fonds, zorgt de Beleggingsadviseur ervoor dat de juiste maatregelen worden genomen om de kwesties te verhelpen.

        Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product

        Het fonds promoot ecologische en/of sociale kenmerken via het beleggingsproces van de Beleggingsadviseur, waarmee wordt beoordeeld of issuers in aanmerking komen voor belegging en waarvoor een Negatief Screeningbeleid wordt toegepast.

        Het Fonds belegt in ondernemingen waarvan de producten en diensten voor het grootste deel in overeenstemming zijn met, of bezig zijn met een transitie naar meer overeenstemming met, één of meerdere duurzame beleggingsthema's die zich concentreren op mondiale sociale en ecologische uitdagingen die zijn vastgesteld door de Beleggingsadviseur. Deze thema's sluiten aan bij de Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de Verenigde Naties.

        Om te bepalen welke ondernemingen voor belegging in aanmerking komen, voert de Beleggingsadviseur een beoordeling uit waarvoor gebruik wordt gemaakt van eigen bottom-up-research die wordt uitgevoerd door de beleggings- en ESG-teams van de Beleggingsadviseur. Deze beoordeling of ondernemingen voor belegging in aanmerking komen wordt ondersteund door de “Kenmerken” die de Beleggingsadviseur op sectorniveau heeft vastgesteld (waarmee wordt bepaald of producten en diensten bijdragen aan de SDG’s) en “Standaarden” (waarmee de beheersing van ESG-risico’s en goed bestuur worden beoordeeld). Het Fonds belegt in ‘Conforme’ ondernemingen, waarvan op dit moment ten minste de helft van de activiteiten conform is, evenals in ondernemingen ‘In transitie’ die volgens de Beleggingsadviseur actief bezig zijn met de transitie van hun activiteiten naar meer positieve conformiteit en waarvoor op korte tot middellange termijn een materiële verandering wordt verwacht.

        Bovendien past de Beleggingsadviseur op ESG-criteria en normen gebaseerde uitsluitingen toe voor het implementeren van een Negatief Screeningbeleid voor de beleggingen van het Fonds op het moment van aankoop.

        Voor overheidsissuers beoordeelt de Beleggingsadviseur of deze in aanmerking komen voor belegging door gebruik te maken van het eigen ESG-raamwerk voor overheden, dat een reeks ESG-indicatoren omvat waarmee kan worden beoordeeld hoe goed een land het ESG-risico beheerst. De Beleggingsadviseur gebruikt een eigen ESG-raamwerk voor overheden om de ESG- en governance-score van overheden te vergelijken met vooraf bepaalde drempelwaarden. Bovendien worden overheden die niet voldoen aan bepaalde criteria met betrekking tot mensenrechten uitgesloten uit het in aanmerking komende universum van het Fonds.

        Er is geen referentiebenchmark aangewezen ten behoeve van het bereiken van de ecologische of sociale kenmerken die door het Fonds worden gepromoot.

        Beleggingsstrategie

        De Beleggingsadviseur past de volgende beleggingsstrategie toe om de ecologische en/of sociale kenmerken die worden gepromoot en de duurzame beleggingsdoelstelling te realiseren:

        Het Fonds belegt in ondernemingen waarvan de producten en diensten voor het grootste deel in overeenstemming zijn met, of bezig zijn met een transitie naar meer overeenstemming met, één of meerdere duurzame beleggingsthema's die zich concentreren op mondiale sociale en ecologische uitdagingen die zijn vastgesteld door de Beleggingsadviseur. Deze thema's sluiten aan bij de Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de Verenigde Naties.

        Thema's Belangrijke SDG's van de VN 
        Goede gezondheid en welzijn
        • SDG 3: Goede gezondheid en welzijn
        • SDG 6: Schoon water en sanitaire voorzieningen
        • SDG 8: Waardig werk en economische groei
        • SDG 17: Partnerschap om de doelen te bereiken
        Energietransitie
        • SDG 7: Betaalbare en duurzame energie
        • SDG 8: Waardig werk en economische groei
        • SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur
        • SDG 11: Duurzame steden en gemeenschappen
        • SDG 12: Verantwoorde consumptie en productie
        • SDG 13: Klimaatactie
        Duurzame steden en gemeenschappen
        • SDG 6: Schoon water en sanitaire voorzieningen
        • SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur
        • SDG 11: Duurzame steden en gemeenschappen
        • SDG 12: Verantwoorde consumptie en productie 
        Verantwoorde consumptie
        • SDG 2: Geen honger
        • SDG 8: Waardig werk en economische groei
        • SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur
        • SDG 11: Duurzame steden en gemeenschappen
        • SDG 12: Verantwoorde consumptie en productie 
        Onderwijs en toegang tot informatie
        • SDG 3: Goede gezondheid en welzijn
        • SDG 4: KwaliteitsonderwijsSDG 8: Waardig werk en economische groei
        • SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur
        • SDG 10: Ongelijkheid verminderen
        • SDG 16: Vrede, justitie en sterke publieke diensten  
        Financiële inclusie
        • SDG 1: Geen armoede
        • SDG 8: Waardig werk en economische groei
        • SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur
        • SDG 11: Duurzame steden en gemeenschappen
        • SDG 17: Partnerschap om de doelen te bereiken 
        Schoon water & sanitaire voorzieningen
        • SDG 6: Schoon water en sanitaire voorzieningen
        • SDG 12: Verantwoorde consumptie en productie 

        Om te bepalen welke ondernemingen voor belegging in aanmerking komen, voert de Beleggingsadviseur een beoordeling uit waarvoor gebruik wordt gemaakt van eigen bottom-up-research die wordt uitgevoerd door de beleggings- en ESG-teams van de Beleggingsadviseur. Deze beoordeling of een issuer voor belegging in aanmerking komt wordt mede gebaseerd op de “Kenmerken” en “Standaarden” die de Beleggingsadviseur toepast op sectorniveau:

        - Kenmerken: richten zich op de vraag op producten en diensten bijdragen aan de SDG’s; en

        - Standaarden: richten zich op de beheersing van belangrijke ESG-risico's en goed bestuur.

        Het Fonds belegt in ‘Conforme’ ondernemingen waarvan op dit moment ten minste de helft van de activiteiten conform is, evenals in ondernemingen ‘In transitie’ die volgens de Beleggingsadviseur actief bezig zijn met de transitie van hun activiteiten naar meer positieve conformiteit en waarvoor op korte tot middellange termijn een materiële verandering wordt verwacht. Als wordt bepaald dat een onderneming conform of in transitie is en wordt opgenomen in de portefeuille van het Fonds, maar vervolgens niet voldoet aan de vereisten voor conformiteit of transitie, wordt die onderneming niet langer beschouwd als een duurzame belegging en zal deze over het algemeen worden verkocht binnen zes maanden na de datum van een dergelijke constatering, rekening houdend met het belang van de beleggers in het Fonds.

        Bovendien past de Beleggingsadviseur op ESG-criteria en normen gebaseerde uitsluitingen toe voor het implementeren van een Negatief Screeningbeleid voor de beleggingen van het Fonds op het moment van aankoop.

        Dit wordt ondersteund door continue monitoring van de portefeuille, uitgevoerd door de Beleggingsadviseur op basis van criteria die worden aangegeven door het Negatieve Screeningbeleid, teneinde beleggingen te inventariseren die moeten worden uitgesloten. Dergelijke ondernemingen worden niet langer beschouwd als duurzame belegging en worden over het algemeen verkocht binnen zes maanden na de datum van een dergelijke constatering, rekening houdend met het belang van de beleggers in het Fonds.

        De activiteiten en drempelniveaus die zijn opgenomen in het Negatieve Screeningbeleid en worden toegepast voor het opstellen van de lijst met ondernemingen die moeten worden uitgesloten uit het beleggingsuniversum van het Fonds bestaan uit:

        ActiviteitenDrempel
        Global Compact Verenigde Naties (UNGC)

        Ondernemingen die, volgens de Beleggingsadviseur, het UNGC schenden moeten worden uitgesloten.

        Tabak
        Ondernemingen die meer dan 5% van hun omzet realiseren door de productie van tabaksproducten moeten worden uitgesloten.
        Controversiële wapens
        Ondernemingen met activiteiten die gerelateerd zijn aan clustermunitie, landmijnen, biologische/chemische wapens, wapens op basis van verarmd uranium, verblindende laserwapens, brandbommen en/of wapens met niet-detecteerbare fragmenten) moeten worden uitgesloten. 
        Nucleaire wapensOndernemingen die omzet realiseren door de productie van nucleaire wapens moeten worden uitgesloten. 
        Wapens
        Ondernemingen die > 10% van hun omzet realiseren uit wapensystemen en -onderdelen en ondersteuningssystemen en -diensten voor moeten worden uitgesloten.
        Upstream olie- en gasproducentenOndernemingen die zich bezighouden met of omzet realiseren door exploratie naar en productie van olie en gas moeten worden uitgesloten. 
        Thermische kolen
        Ondernemingen die meer dan 10% van hun omzet realiseren door de productie en/of distributie van thermische kolen moeten worden uitgesloten. 

        Bij het beoordelen van ondernemingen waarin mogelijk kan worden belegd, maakt de Beleggingsadviseur gebruik van externe dienstverleners die aangeven of een onderneming zich bezighoudt met of omzet realiseert uit activiteiten die niet verenigbaar zijn met deze screens. Wanneer uitsluitingen niet kunnen worden gecontroleerd via externe dienstverleners of als de Beleggingsadviseur van mening is dat de informatie die afkomstig is van en/of het oordeel van externe dienstverleners niet volledig of onjuist is, behoudt de Beleggingsadviseur zich het recht voor om zelf te beoordelen bij welke activiteiten de onderneming betrokken is, onder meer door gebruik te maken van externe gegevensbronnen).

        Ondernemingen die niet worden beoordeeld als in aanmerking komend en evenmin voldoen aan het Negatieve Screeningbeleid worden beschouwd als ondernemingen die niet bijdragen aan de ecologische en/of sociale kenmerken van het Fonds.

        Voor overheidsissuers beoordeelt de Beleggingsadviseur of deze in aanmerking komen voor belegging door gebruik te maken van het eigen ESG-raamwerk voor overheden, dat een reeks ESG-indicatoren omvat waarmee kan worden beoordeeld hoe goed een land het ESG-risico beheerst. Om in aanmerking te komen voor belegging, moeten overheden voldoen aan de volgende criteria: (I) score boven de vooraf vastgestelde drempelniveaus voor hun eigen ESG-score zowel in absolute zin als gecorrigeerd voor bni, en (ii) score boven vooraf vastgestelde drempelniveaus voor de input voor de governance-indicator vanuit de eigen ESG-score zowel in absolute zin als gecorrigeerd voor bni. Bovendien worden overheden die niet voldoen aan bepaalde criteria met betrekking tot mensenrechten uitgesloten uit het in aanmerking komende universum van het Fonds. Wanneer de Beleggingsadviseur van mening is dat de informatie die afkomstig is van en/of het oordeel van externe dienstverleners niet volledig of onjuist is, behoudt de Beleggingsadviseur zich het recht voor om zelf te beoordelen of overheidsissuers moeten worden uitgesloten. De Beleggingsadviseur beoordeelt bovendien periodiek overheidsissuers en als een overheidsissuer die eerder in aanmerking kwam niet meer in aanmerking komt, draagt deze overheidsissuer niet bij aan de ecologische en/of sociale kenmerken van het Fonds en wordt het belang in de overheidsissuer over het algemeen verkocht binnen zes maanden na de datum van een dergelijke constatering, rekening houdend met het belang van de beleggers in het Fonds (met dien verstande dat als de Beleggingsadviseur van mening is dat een score lager is dan een vooraf vastgestelde drempelwaarde als gevolg van een reden van tijdelijke of voorbijgaande aard, de Beleggingsadviseur van tijd tot tijd naar eigen oordeel mag besluiten om effecten die door de overheidsissuer zijn uitgegeven aan te houden of te kopen).

        Wat is het beleid voor het beoordelen van praktijken voor goed bestuur van de ondernemingen waarin wordt belegd?

        Bij het beoordelen van praktijken voor goed bestuur, houdt de Beleggingsadviseur ten minste rekening met kwesties die de Beleggingsadviseur relevant acht voor de vier voorgeschreven pijlers voor goed bestuur (dat wil zeggen gedegen managementstructuren, personeelsrelaties, beloning van medewerkers en naleving van belastingwetgeving).

        Bij het onderzoeken van ESG-risico's en als onderdeel van het ESG-integratieproces in bredere zin, beoordeelt de Beleggingsadviseur de kwaliteit van de praktijken met betrekking tot ondernemingsbestuur van ondernemingen als onderdeel van de beoordeling of een onderneming voor belegging in aanmerking komt. De fundamentele analyse van de Beleggingsadviseur dekt een reeks bestuurlijke aspecten, waaronder de accountantscontrole en de samenstelling en beloning van het bestuur. De Beleggingsadviseur voert een periodieke dialoog met ondernemingen over onderwerpen op het gebied van corporate governance en oefent stemrecht uit bij de entiteiten waarin het Fonds belegt.

        Zoals hierboven beschreven, past de Beleggingsadviseur een Negatief Screeningbeleid toe voor het Fonds. Als onderdeel hiervan sluit de Beleggingsadviseur ondernemingen uit die de principes van het Global Compact van de Verenigde Naties (UNGC) evenals principe 10 betreffende het tegengaan van corruptie en principe 3 betreffende personeelsrelaties schenden.

        De ESG-beleidsverklaring van Capital Group biedt aanvullende informatie over de aanpak en processen van de Beleggingsadviseur voor ESG-integratie, waaronder procedures en principes voor stemmen bij volmacht, evenals visies op specifieke ESG-onderwerpen, zoals ethisch gedrag, informatieverschaffing en ondernemingsbestuur. Informatie over de principes van de Beleggingsadviseur met betrekking tot corporate governance is te vinden in de Proxy Voting Procedures and Principles (procedures en principes voor stemmen bij volmacht).

        Nadere informatie is te vinden in de ESG Policy Statement op:

        https://www.capitalgroup.com/content/dam/cgc/tenants/eacg/esg/files/esg-policy-statement(en).pdf

        Verhouding van beleggingen

        Proportion of investments illustration

        Ten minste 90% van de beleggingen van het fonds wordt gebruikt om de ecologische of sociale kenmerken die het Fonds promoot te realiseren (nr.1 conform E/S-kenmerken). Het Fonds belegt tenminste 40% in de subcategorie “nr. 1A Duurzaam”, en maximaal 60% in categorie "nr. 1B Overige E/S-kenmerken”.

        Maximaal 10% van de beleggingen van het Fonds, inclusief beleggingen die niet conform zijn met de E/S-kenmerken die worden gepromoot en/of derivaten bevinden zich in categorie “nr.2 Overig”.

        Kasmiddelen en equivalenten worden niet meegerekend bij het bepalen van het hiervoor genoemde percentage beleggingen. Deze kunnen worden aangehouden voor liquiditeitsdoeleinden.

        Monitoring van ecologische of sociale kenmerken

        Het fonds past de volgende duurzaamheidsindicatoren toe om te bepalen of elk van de ecologische of sociale kenmerken die zij promoot zijn gehaald:

        - Percentage ondernemingen die behoren tot de sectoren die vallen onder het Negatieve Screeningbeleid,

        - Percentage beleggingen in overheidsissuers die vallen onder het beoordelingsproces voor overheden van de Beleggingsadviseur,

        - Percentage beleggingen in ondernemingen waarvan ten minste 50% van de omzet in overeenstemming is met de SDG’s, en

        - Percentage beleggingen in ondernemingen die worden beschouwd als “In transitie”.

        Methodologieën

        Om te beoordelen, meten en bewaken hoe wordt voldaan aan de milieu- of sociale kenmerken van het fonds worden de volgende methodologieën toegepast:

        - Beoordeling of een issuer in aanmerking komt: de Beleggingsadviseur streeft ernaar te beleggen in ondernemingen waarvan de producten en diensten voor het grootste deel in overeenstemming zijn met, of bezig zijn met een transitie naar meer overeenstemming, één of meerdere duurzame beleggingsthema's die zich concentreren op mondiale sociale en ecologische uitdagingen die zijn vastgesteld door de Beleggingsadviseur. Deze thema's sluiten aan bij de Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de Verenigde Naties. ‘Conforme’ ondernemingen zijn ondernemingen waarvan op dit moment ten minste de helft van de activiteiten conform is en ondernemingen ‘In transitie’ zijn ondernemingen die volgens de Beleggingsadviseur actief bezig zijn met de transitie van hun activiteiten naar meer positieve conformiteit met de duurzame beleggingsthema's zoals vastgesteld door Beleggingsadviseur en met de SDG’s, en waarvoor op korte tot middellange termijn een materiële verandering wordt verwacht. Om te beoordelen of de activiteiten conform zijn, gaat de Beleggingsadviseur meestal uit van de omzet, maar in sommige gevallen kunnen andere maatstaven relevanter zijn. Voor aanbieders van nutsvoorzieningen is dat bijvoorbeeld de energieproductiemix. Naast de beoordeling van de conformiteit van activiteiten, vindt een kwalitatieve beoordeling plaats van de bijdrage die de producten en diensten van de onderneming leveren aan de SDG's, en van het risico van non-conformiteit. Daarbij wordt gekeken naar de wijze waarop wordt omgegaan met materiële ESG-risico's en -mogelijkheden en hoe deze worden beheerst, zoals de kwaliteit van het ondernemingsbestuur en eventuele negatieve ecologische of sociale effecten.  Met name voor ondernemingen in transitie, worden ook het ontwikkelingspad van de onderneming en de tijdlijn voor het bereiken van de beoogde impact in overweging genomen.

        - Bij het beoordelen of een issuer voor belegging in aanmerking komt, worden ook relevante KPI's en doelen, evenals onderwerpen voor een engagement, vastgesteld en deze worden in de loop der tijd gevolgd. Met name voor ondernemingen in transitie, kunnen KPI's bestaan uit de conforme omzet, naast andere transitiemaatstaven. De voortgang richting de realisatie van deze KPI's en doelen wordt periodiek beoordeeld.

        - Research wordt uitgevoerd door de ESG-analisten en beleggingsanalisten van de Beleggingsadviseur. Over het besluit of een issuer in aanmerking komt voor belegging wordt gestemd door de Principal Investment Officers, portfoliomanagers en ESG-managers voor de strategie.

        - Negatief Screeningbeleid: De Beleggingsadviseur past op ESG-criteria en normen gebaseerde uitsluitingen toe voor het implementeren van een Negatief Screeningbeleid voor de beleggingen van het Fonds op het moment van aankoop. De Beleggingsadviseur gebruik van externe dienstverleners die aangeven of een onderneming zich bezig houdt met of omzet realiseert uit activiteiten die niet verenigbaar zijn met deze screens. Wanneer uitsluitingen niet kunnen worden gecontroleerd via externe dienstverleners of als de Beleggingsadviseur van mening is dat de informatie die afkomstig is van en/of het oordeel van externe dienstverleners niet volledig of onjuist is, behoudt de Beleggingsadviseur zich het recht voor om zelf te beoordelen bij welke activiteiten de onderneming betrokken is (onder meer door gebruik te maken van externe gegevensbronnen).

        - Overheidsissuers moeten om in aanmerking te komen voor belegging, voldoen aan de volgende criteria: (i) score boven de vooraf vastgestelde drempelniveaus voor hun eigen ESG-score zowel in absolute zin als gecorrigeerd voor bni, en (ii) score boven vooraf vastgestelde drempelniveaus voor de input voor de governance-indicator vanuit de eigen ESG-score zowel in absolute zin als gecorrigeerd voor bni. Bovendien worden overheden die niet voldoen aan bepaalde criteria met betrekking tot mensenrechten uitgesloten uit het in aanmerking komende universum van het Fonds. Wanneer de Beleggingsadviseur van mening is dat de informatie die afkomstig is van en/of het oordeel van externe dienstverleners niet volledig of onjuist is, behoudt de Beleggingsadviseur zich het recht voor om zelf te beoordelen bij welke relevante activiteiten de onderneming betrokken is.

        - Engagement: Engagements worden uitgevoerd door het ESG-team, in samenwerking met onze beleggingsprofessionals. Wij gaan engagements aan met managementteams over onderwerpen die worden vastgesteld op basis van onze research, raamwerken voor ESG-beleggingen en processen voor het uitoefenen van stemrecht en monitoring.

        - Stemmen bij volmacht: Bij het stemmen bij volmacht zijn onze beleggingsprofessionals leidend en wordt gebruikgemaakt van analyses die worden uitgevoerd door ons interne Global Stewardship & Engagement (GSE)/Proxy-team. Hoe uiteindelijk wordt gestemd wordt bepaald door leden van onze beleggingsonderdelen.

        Databronnen en -verwerking

        Het Fonds maakt tijdens het beleggingsproces gebruik van diverse databronnen.

        Om de conformiteit met de SDG's vast te stellen, gaat de Beleggingsadviseur over het algemeen uit van de omzet om te bepalen of de activiteiten bijdragen aan de SDG's, maar wordt ook gebruikgemaakt van andere maatstaven als er voor een onderneming en de betreffende sector financiële maatstaven bestaan die relevanter zijn voor die sector.

        Voor het Negatieve Screeningbeleid wordt gebruik gemaakt van de volgende databronnen:

        Activiteiten Databron
        Global Compact Verenigde Naties (UNGC)

        Ondernemingen worden geïdentificeerd o.b.v. de MSCI-lijst van ondernemingen die de UNGC schenden.

        Tabak Ondernemingen worden geïdentificeerd op basis van de factornaam Producer – Maximum Percentage of Revenue (tabaksproducent - maximaal omzetpercentage) van MSCI.
        Controversiële wapens Ondernemingen worden geïdentificeerd op basis van de factornaam – Any Tie (controversiële wapens - elke link) van MSCI.
        Nucleaire wapens Ondernemingen worden geïdentificeerd op basis van de factornaam Maximum Percentage of Revenue (wapens - nucleair maximaal omzetpercentage) van MSCI.
        Wapens Ondernemingen worden geïdentificeerd op basis van de factornaam – Maximum Percentage of Revenue (wapens - maximaal omzetpercentage) van MSCI.
        Upstream olie- en gasproducenten

        Aandelen: Ondernemingen worden geïdentificeerd op basis van de subsectorclassficaties “Integrated Oil & Gas” en “Oil & Gas Exploration & Production” van de Global Industry Classification Standard (GICS).
        Vastrentende waarden: Ondernemingen worden geïdentificeerd op basis van de sectoren “Independent” en “Integrated” van Barclays Global Sector Classification (BCLASS).

        Thermische kolen Ondernemingen worden geïdentificeerd op basis van de Thermische kolen – Maximum Percentage of Revenue (tabaksproducent - maximaal omzetpercentage) van MSCI.

        Nadere informatie over het Negatieve Screeningbeleid voor ESG van Capital International Fund is te vinden op de volgende pagina: https://www.capitalgroup.com/content/dam/cgc/tenants/eacg/negative-screening-policy.pdf

        De databronnen die worden gebruikt als onderdeel van het eigen ESG-raamwerk voor overheden van de Beleggingsadviseur bestaan uit onder meer, maar niet uitsluitend, externe instellingen zoals de Verenigde Naties en de Wereldbank, evenals de Vulnerability Index van het Notre Dame Climate Adaptation Initiative.

        Capital Group beoordeelt periodiek de kwaliteit van de prestaties van dienstverleners en voert continu monitoring- en due diligence-activiteiten uit die in verhouding staan tot het belang van de verleende diensten.

        Beperkingen van methodologieën en data

        De Beleggingsadviseur kan afhankelijk zijn van data van externe partijen of een combinatie van data van externe partijen en de eigen research en analyses van Capital Group. Deze gegevens dekken mogelijk niet het volledige universum van activiteiten van een issuer, kunnen plotseling veranderen, kunnen tekortkomingen hebben of kunnen onjuist, onvolledig of achterhaald zijn, waardoor het 

        mogelijk is dat het Fonds belegt in een issuer waarvan een belegger mag verwachten dat deze wordt uitgesloten uit de portefeuille. Capital Group voert continue due diligence uit met betrekking tot externe gegevensbronnen en streeft ernaar te waarborgen dat gegevens uit externe bronnen betrouwbaar zijn.

        Wanneer gegevens niet kunnen worden verkregen via externe dienstverleners of als de Beleggingsadviseur van mening is dat de informatie die afkomstig is van en/of het oordeel van externe dienstverleners niet volledig of onjuist is, behoudt de Beleggingsadviseur zich bovendien het recht voor om zelf te beoordelen bij welke activiteiten de onderneming betrokken is (onder meer door gebruik te maken van externe gegevensbronnen). 

        Due diligence

        Leden van het compliance-, risicobeheer- en interne auditteam van Capital Group voeren periodieke beoordelingen uit van de opzet en operationele effectiviteit van de activiteiten en de belangrijkste controlemechanismen van de onderneming. Dit omvat onder meer de naleving van interne processen en procedures, evenals de regelgeving in de landen waar de onderneming actief is. Capital Group voert regelmatig overleg met de externe dataleveranciers om de kwaliteit van de verleende diensten te bespreken.

        Zoals hierboven nader toegelicht in het gedeelte “Monitoring van ecologische of sociale kenmerken”, vinden ook voorafgaand aan en na afloop van transacties controles plaats.

        Engagementbeleid

        Het aangaan van een dialoog met ondernemingen is een integraal onderdeel van de beleggingsdienstverlening voor klanten die de Beleggingsadviseur levert. De beleggingsteams van Capital Group spreken periodiek met het management van ondernemingen, waaronder bestuurders en commissarissen, bestuursvoorzitters en financieel directeuren. Dit stelt de onderneming in staat om een dialoog aan te gaan en op gang te brengen over onderwerpen die van invloed kunnen zijn op de langetermijnvooruitzichten voor de onderneming, waaronder de betrokkenheid bij duurzaamheidskwesties.

        Wanneer de beleggingsteams van Capital Group een kwestie vaststellen die van wezenlijk belang is voor de waarde op lange termijn van een onderneming of als ze zich zorgen maken over de ESG-performance ten opzichte van andere ondernemingen, gaan beleggingsprofessionals en governanceteams van Capital Group in gesprek met het management. De reactie van het management en de stappen die worden genomen om hieraan verbonden risico's te verminderen, vormen een belangrijk aspect van de beoordeling van de kwaliteit van het management door Capital Group, wat op zich een belangrijke factor is bij de besluitvorming over de selectie van effecten.

        Aangewezen referentiebenchmark

        Het Fonds heeft geen referentie-index geselecteerd voor het bereiken van de ecologische en/of sociale kenmerken die het Fonds promoot.

        Waar is meer productspecifieke informatie te vinden?

        Meer productspecifieke informatie is te vinden in het pre-contractuele sjabloon:  https://docs.publifund.com/1_PROSP/ LU2720019368/en_LU


        Meer productspecifieke informatie is te vinden in de periodieke rapportages:   https://docs.publifund.com/4_AR/ LU2720019368/en_LU